Bali - Mount Batur

9 oktober 2016 - Ubud, Indonesië

Ondertussen ben ik alweer ruim een week thuis en na iedereen weer gezien te hebben krijg ik nu tijd om over mijn laatste twee maanden te schrijven. Waar ben ik gebleven? Darwin Airport, Australië.

Met af en toe een snik en een traan kom ik de dag door. Het afscheid van Jackson was niet leuk maar mijn avontuur gaat verder. Ik heb al een hele tijd niet meer alleen gereisd wat ik nu weer ga doen en die gedachte vind ik toch weer even wennen. Bali, klinkt heerlijk maar wat weet ik ervan? He-le-maal niets! Ik kom zo aan en ik weet niks, heb nog niets geboekt en Azië is ook compleet nieuw. Toevallig zit een bekende van mij ook op Bali. Ik app hem en binnen no time ligt er een soort van plan voor deze avond. Ik stap het vliegtuig in en sluit het hoofdstuk Down Under voor nu. Er zit een gezellige Australiër naast mij en de tijd vliegt voorbij. Na 4 uur en wat vertraging landen we weer veilig. Even door de douane en yes ik heb er weer een stempel bij! Met mijn tas op mijn rug loop ik richting de uitgang. De schuifdeur gaat open en WTF.. Er staan zo’n 200 Aziatische mannetjes tegen het hek aan te schreeuwen met een papiertje met wat namen erop. De overige staan kei hard te schreeuwen. TAXI TAXI, COME HERE, TAXI, YOU NEED A TAXI? COME! Wat is dit? Frank, een Nederlandse jongen die ik in Australië had leren kennen zit achter de merchandise tafel met wat Balinezen op mij te wachten. Haha, dit beeld is hilarisch en we groeten elkaar. “Jeetje, wat een gekkenhuis is het hier! Ik ben blij dat je me oppikt!” zeg ik met een grote lach. We gaan met een uber taxi naar Seminyak. Het is al laat maar we moeten nog eten. Zo zitten we om 12 uur in het drukke party oord nog een hapje te doen.

Een nieuwe dag breekt aan en Frank weet een goed en goedkoop plekje om te ontbijten. Voor nog geen 2 euro zitten we aan een flinke maaltijd die bestaat uit natuurlijk rijst, kip en wat groente. Het is lekker maar ontzettend pittig. Ik eet nooit pittig en mijn mond staat in de fik. Als dit maar niet overal zo is.. We regelen een sim kaartje en gaan allebei weer onze eigen weg. Andreas, mijn uber chauffeur brengt me naar Ubud waar ik ga meeten met een andere Nederlandse vriend die hier nu tijdelijk stage loopt. Wat een grappig kereltje is dit! Hij leert mijn eerste Indonesische woordjes wanneer we ons in het chaotische verkeer begeven. Het is bizar. Kleine straatjes, zigzaggend door het eiland heen, te veel auto’s en gigantisch veel scooters die overal tussendoor schieten. Na 2 uur zijn  we 40 kilometer verderop en daar zit Florian al. Wat ontzettend leuk om meteen weer bekende te zien! We kletsen wat bij, eten wat en gaan een rondje rijden. Hij zit hier al paar weken en is gewend aan het verkeer. We stappen op zijn scooter en ik lach me kapot terwijl ik mezelf vastklamp. Je weet echt serieus niet wat je meemaakt en het beschrijven ervan is moeilijk. We rijden door het stadje, passeren wat rijstvelden en stoppen vervolgens bij een grote krachtige waterval. Bali, ik vind je nu al leuk! We drinken een verse kokosnoot en vervolgen onze weg terug naar het stadje. We gaan lekker wat eten en een drankje doen. Laat naar bed gaan we niet aangezien we op avontuur gaan vannacht!

Ik lig heerlijk te slapen totdat er een flits in mijn oog word geschenen. Serieus? “Wakker worden Deb, we zijn al aan de late kant!” Ik snap er niks van.. Ik zal wel door mijn wekker heen hebben geslapen. We liggen op een volle 8 persoonskamer en het is 2 uur ’s nachts. We pakken stilletjes onze spullen en stappen het busje in van onze pick up. We lachen wat en zitten te grappen. “Wat gaan we nu weer doen.. Waarom doen we dit? Ik mis mijn bed!” zijn de bekende zinnen die voorbij komen. Het busje zit vol en na een half uur stoppen we om wat te eten. Wat energie kunnen we wel gebruiken. We rijden verder en komen drie kwartier later aan bij de vulkaan Mount Batur. We zien helemaal niks want het is nog pikkedonker. We worden voorgesteld aan onze gids(jes). Het zijn kinderen en als je het mij vraagt zeg ik met een leeftijd van 14 en 7. Zelf zeggen ze wat anders maar daar zijn we niet zo zeker van. Met een zaklamp in de hand en een lunchpakketje mee gaan we beginnen aan de klim. We hebben een leuk groepje en lopen tussen de menigte omhoog. Het is nog steeds donker en wat sterren staan te stralen aan de hemel. Als je voor je kijkt zie je een lichtgevende strook de berg op gaan en wanneer je achter je kijkt zie je de lange strook verder gaan. Het lijkt net een kerstparade hoe iedereen zo samen met een lampje de berg beklimt. Ik hoor veel Nederlanders zuchten en klagen. Raar om weer een hele bons Nederlanders tegen te komen. “Gaat ie goed? Op sterven na dood!” was de reactie. Heerlijk, die veel te overdreven uitspraken! Bij Florian en mij gaat het beter dan verwacht. We hadden wat blogs gelezen met mensen die het enorm zwaar vonden dus onze verwachting lag erg hoog. We gaan af en toe steil omhoog maar we zijn er bijna. Het wordt al langzaamaan wat lichter. We stoppen op een mooi punt maar de top ligt hoger. Als we het doen, doen we het goed en we vervolgen onze weg naar de top. Een stap op (lava) zand is een halve stap aangezien je gelijk terugzakt. Even later.. Tadaaaaa, daar staan we dan 1717 meter de lucht in op de top van deze mooie vulkaan. We staan serieus in de wolken. Cool, letterlijk en figuurlijk! Het is aardig frisjes hierboven maar wat een uitzicht. Het meer Batur ligt voor ons en daarachter ligt nog een hogere vulkaan. We proberen een plekje uit te zoeken maar dat valt niet mee aangezien het super druk is. We ploffen neer en laten de wolken over ons heen glijden. Ze gaan gigantisch snel en ergens ziet het er ook wel spooky uit. De zon komt langzaam omhoog en een geluksprongetje is weer aanwezig. “Dit is toch fantastisch?!” zeggen we met een grote lach tegen elkaar.

De zon is op en we zijn een nieuwe dag mooi begonnen. We zitten nog even boven tussen de zwerfhonden totdat ons gidsje weer voorbij komt. “Come, let’s go let’s go!”. We gaan zo ongeveer skiënd het eerste deel van de berg af. Dit is geweldig! Dan heb ik het meer over leedvermaak van de mensen om mij heen. “Monkey’s monkey’s” roept de kleinste gids met wat leuke gebaren erbij. Apen? Zitten hier ook apen?! We stoppen op een punt en ja hoor er zijn meer dan genoeg apen. Al snel springt er een op de nek van Florian en nog een. Even later blijf ik ook niet onopgemerkt en daar zitten we dan tussen de apen. Heel cool dit! Na een tijdje door te hebben gebracht met deze leuke wezens gaan wij weer verder. Er ligt een gigantisch zwart lava veld beneden. Wauw wat mooi! We zien nu pas waar we allemaal tussen gelopen hebben en het is een plaatje. Ook zien we nu pas dat de klim toch wel vrij heftige stukken ertussen heeft zitten. Het kleine gidsje reikt zijn hand uit naar ons om te helpen. Heel lief, maar als ik of iemand van ons valt ligt hij er gewoon onder met zijn kleine postuur. Na twee uur dalen is iedereen er wel klaar mee en oh wat zijn we blij als we weer lekker in de bus kunnen ploffen. Zo, dit was weer top. Mount Baturrrrrrrr was een leuk avontoerrrrrrr.

Florian moet morgen weer terug voor zijn stage en dus willen we proberen zoveel mogelijk te doen. Na een powernap springen we weer op de scooter en zijn we onderweg naar de Buddha to Buddha fabriek. Hier op Bali, net buiten Ubud worden de mooie sieraden van dit merk gemaakt. We komen aan en het is niet echt duidelijk of het hier nu is. We lopen de ingang door en staan te kijken naar wat verschillende tempelachtige huizen. De grote houten deuren gaan open en de engeltjes roepen. Het lijkt wel alsof we in de hemel zijn. Er komen af en toe wat meer mensen binnen en natuurlijk zijn dit ook alleen maar Nederlanders. We zoeken het een en ander uit om te laten wegen. Wat een grap is dit! Je betaalt hier alleen de zilverprijs en meer niet. Met wat souvenirs op zak en wat leuks voor onszelf kan deze dag niet meer stuk! We lopen nog even rond want hier wordt het ook gewoon echt gemaakt. Twee ruimtes met ongeveer 15 man zitten hier deze mooie sieraden te maken. Het is mooi om naar te kijken hoe ontzettend gedetailleerd zij hier te werk gaan. Na een lekker hapje gegeten te hebben nemen we plaats bij Lotus Pond voor een Janger dansshow. Een traditionele Balinese dans van 1,5 uur wacht op ons. Het is een mooie locatie met een tempel op de achtergrond. Tien mannen komen op met ieder hun eigen instrument en nemen plaats op het podium. Ze spelen wat een de dames laten niet lang op zich wachten. Ze dragen allemaal hetzelfde, een mooie outfit, lange nepharen, genoeg make-up met een mooi hoofddeksel erbij. Ze bewegen sierlijk op de muziek. Ze dansen erg veel met hun vingers ver naar achteren. Hoe krijg je dit voor elkaar? En hun ogen zijn niet te missen. Er wordt een verhaal verteld in de dans maar deze kunnen we er niet zo goed uithalen. We kijken elkaar aan en lachen er maar af en toe mee. We drinken nog gezellig een biertje bij het zwembad in het hostel. Ofja, hostel.. Je zou het eerder een klein resort kunnen noemen want dit hostel is echt ongelooflijk chill en mooi.

Foto’s

1 Reactie

  1. Mama:
    12 december 2016
    Och Debbie, wat een geweldig avontuur heb je toch weer beleefd in Bali.
    en wat een klim zeg, zo in het donker.....brrrr maar het was zoals je schreef zeer zeker de moeite waard geweest!!
    Ben ook héél blij dat je bij de fabriek van B2B bent geweest, want ik kijk nu vol trots naar mijn pols waar die mooie armband aan zit......xxxxxx
    Maar Debbie, ik ben toch ontzettend blij dat je weer thuis bent , en al deze mooie herinneringen zul je voortaan altijd mee blijven dragen in je hart meiske!